15 JUNI 1937.
203
staat, hij ten opzichte van de door den Voorzitter genoemde
cijfers zeer pessimistisch gestemd is. Spr. is bang, dat de
kosten niet zullen meevallen. Men gaat nu grond aankoopen,
maar wat gebeurt er, als bij de financiering niet de mede
werking van hoogere instanties verkregen wordt? Men zit
dan met grond in de binnenstad, die men volstrekt niet noo-
dig heeft. Spr. vraagt zich daarom af: Loopt men niet te veel
vooruit op de gezindheid van de hoogere instanties en is
het niet mogelijk, dat de financiering van het plan scheef
loopt, als men onverhoopt de benoodigde gelden niet kan
krijgen? Op grond van een en ander staat Spr. wat schuchter
tegenover het plan, dat hij op zich heel mooi vindt. Hij
vreest echter de eindaflevering niet te zullen beleven. Met
dat al hoopt hij, dat hij te pessimistisch is.
De VOORZITTER zegt, dat, als straks de zaken meer
vaststaan, dan zeker uitvoeriger daarop zal worden ingegaan
en meer bijzonderheden aan de openbaarheid zullen worden
prijsgegeven. Wat de financieele zijde van de zaak betreft,
deelt Spr. mede, dat de door hem genoemde cijfers aan het
oordeel van deskundigen zijn getoetst. Spr. gelooft dan ook
niet, dat ze in de practijk zooveel zullen verschillen. Evenmin
gelooft hij, dat de zaak verkeerd zal loopen. Voordat deze
besluiten aan de Gedeputeerde Staten ter goedkeuring wor
den gezonden, gaan Burgemeester en Wethouders naar Den
Bosch om de zaak uiteen te zetten.
De nieuwe machinefabriek behoeft thans nog niet betaald
te worden. Eerst wordt het Zuidelijk gedeelte van den ver
bindingsweg gereed gemaakt, daarna gaat het eigenlijke werk
zich pas ontwikkelen. De kosten zullen derhalve over een
groot aantal jaren loopen. Het College hoopt, dat de Ge
meente zelf de kosten zal kunnen betalen. De eerste jaren
zullen zij slechts een luttel bedrag beloopen.
De heer VAN KEEP, die bij de vorige bespreking niet
aanwezig heeft kunnen zijn, wil nog een vraag stellen. Hij