Y \A
204 I 15 JUNI 1937.
zou gaarne vernemen, wat er de oorzaak van is, dat aan de
R.K. Leeszaal voor 93 M2. grond f 10.000,betaald moet
worden.
De VOORZITTER antwoordt, dat de Gemeente bedoelden
grond per sé noodig had. Het gevolg daarvan was, dat de
Leeszaal zich genoodzaakt zag een ander pand te koopen,
waarvoor zij erg duur betalen moest. Het is niet meer dan
billijk, dat de Leeszaal daarvoor schadeloos wordt gesteld.
De heer PLEIJTE betuigt ook zijn instemming met de
plannen, waarvoor hij Burgemeester en Wethouders hulde
brengt, en spreekt den wensch uit, dat zij tot stand mogen
komen.
De heer MEIJS merkt op, dat het Zuidelijk gedeelte van
den nieuwen verbindingsweg, uitkomende op het Van Cooth-
plein, op de teekening is geprojecteerd met een breedte van
20 M. Spr. vindt dit te weinig voor den eenigen goeden,
verkeersweg, welke men in de binnenstad krijgt. Bovendien
zal door overwelving de Haven een flinke breedte krijgen,
zoodat de weg dan naar het Van Coothplein trechtervormig
zal toeloopen. Spr. zou de breedte daarom op 30 M. willen
zien gebracht.
De VOORZITTER antwoordt, dat een breedte van 20 M.
voor bedoeld weggedeelte voldoende is; het wordt geen
race-baan. De Nieuwe Prinsenkade is trouwens niet veei
breeder. Wat de Haven betreft, deze moet na overwelving
ook voor andere doeleinden dan voor verkeersweg gebruikt
worden, o.a. voor markt- en parkeerplaats.
Spr. zal thans punt 59 en volgende in behandeling brengen.
59. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot aan
koop van gronden, bestemd voor aanleg van een verbindings
weg tusschen het Van Coothplein en de Haven, van W. F.