Ma' 15 JUNI 1937. J y 213 vorige vergadering gestelde vraag. Het ging daarbij echter niet om. de kwestie van al of niet vertrouwen stellen in Bur gemeester en Wethouders; Spr. wilde alleen weten, hoe het met de zaak stond. De Voorzitter weet dit zoo niet hij is hier nog maar kort, terwijl Spr. allang raadslid is maar de Raad is een zóó welwillende behandeling niet gewend. Spr. is overigens zeer dankbaar voor de gedane mededee- lingen. De heer VAN ARENDONK is ook zeer dankbaar voor de inlichtingen. Spr. zou echter willen opmerken, dat van de zijde van Burgemeester en Wethouders, bij de behandeling van de begrooting 1937, is gezegd, dat in het gemeente-ver slag de wedden en loonen van het gemeente-personeel niet waren opgenomen, omdat de publicatie daarvan voor betrok kenen onaangenaam was. Het heeft hem daarom ten zeerste verwonderd, dat het prae-advies over de pensioenaanvrage van den heer Van Buitenen, dat mededeelingen omtrent diens inkomsten bevat, in de courant heeft gestaan, ja zeifs vóórdat de raadsleden het ontvingen. De VOORZITTER antwoordt, dat het inderdaad beter was geweest als bedoeld prae-advies niet in de courant was op genomen. Dat de pers dit stuk eerder zou hebben ontvangen dan de leden van den Raad, is evenwel uitgesloten. De heer STRUIKEN herinnert er aan, dat er zooeven, bij het in behandeling nemen van de voorstellen omtrent de groote doorbraak in de binnenstad, volkomen terecht is gesproken van een historisch moment. Het is goed dergelijke momenten vast te leggen in de ge schiedenis van de stad en ware het niet te overwegen bij de opening van den nieuwen verkeersweg, waarvan de aanleg door het gewichtig besluit van zooeven zal kunnen aanvan gen, naast dit nuttig en noodzakelijk werk, ter verfraaiing van het stadsbeeld over te gaan tot het oprichten van een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1937 | | pagina 213