11 FEBRUARI 1937. \j 23 r 13. Schrijven van Burgemeester en Wethouders, houden de mededeelingen omtrent het aanwijzen van een tweede woonwagenkamp (Bijlagen 1937, no. 10). De heer MEIJVIS zegt, dat het klaarblijkelijk de bedoeling van Burgemeester en Wethouders is een soort strafkamp in te richten. Immers, men richt dit tweede woonwagenkamp niet in omdat het eerste overbevolkt is, maar om daarin de wanbetalers en onvermogende woonwagenbewoners een plaats te geven. Nu wil Spr. geen lans breken voor de wan betalers, doch hij zou toch willen vragen, of ten aanzien van hen niet, evenzeer als ten aanzien van andere nalatige huur ders, andere maatregelen waren te treffen dan de thans voor gestelde en deze maatregelen toch zeker niet toe te passen op de onvermogende woonwagenbewoners. Spr. heeft ter plaatse een onderzoek ingesteld. Daarbij! is hem; gebleken, dat het nieuwe kamp, zelfs in normale omstandigheden, zeer moeilijk met een vervoermiddel is te bereiken. Men heeft, naar Spr. heeft vernomen, de bewoners van het woonwagenkamp aangezegd, dat zij naar het nieuwe kamp zullen worden overgebracht, wanneer zij het staangeld niet betalen. Nu weet Spr. wel,' dat het woonwagenpubliek over het algemeen een lastig volkje is, maar Spr. zou toch willen waarschuwen tegen die overbrenging, daar zij de Gemeente geld zou kosten; er zou namelijk, tengevolge van den slech ten toegangsweg een zeer onbegaanbaren polderweg van den wagen en zeker van het huisraad niet veel overblij ven. Spr. verzoekt het plan geen doorgang te doen vinden; hij kan er zich niet mede vereenigen. De VOORZITTER merkt op, dat het oude woonwagen kamp als zoodanig aan hooge eischen voldoet; er is ver lichting, water, het is afgesloten en er is een paardenstal. Het ligt bovendien aan een goeden toegangsweg. Maar het werd door de bewoners vervuild en zeer slecht onderhouden en daardoor ontstond er een beestenboel. Desondanks bleef

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1937 | | pagina 23