240 29 JULI 1937. ders en stucadoors op de dagen, dat aan de arbeiers in het bouwbedrijf vacantie wordt gegeven, vrijstelling van stempe len te verleenen (Bijlagen 1937, no. 149). De heer MEIJVIS dankt Burgemeester en Wethouders voor de juiste en vlugge handelwijze in deze. Spr. verzoekt Bur gemeester en Wethouders het daarheen te willen leiden, dat ook voor andere werkloozen gedurende eenige dagen per jaar vrijstelling van stempelen wordt verkregen. De VOORZITTER antwoordt, dat de ministerieele toe stemming voor alle werkloozen geldt. Burgemeester en Wet houders hebben eigenlijk meer verkregen dan zij gevraagd hadden. Zonder verdere opmerkingen wordt het schrij ven van Burgemeester en Wethouders daarop voor kennisgeving aangenomen. 13. Schrijven van Burgemeester en Wethouders, daarbij, ter voorziening in de vacature van lid van het College van Regenten van het Oude-Mannenhuis, ter benoeming aanbe velende (Bijlagen 1937, no. 167): le. J. M. A. C. J. Smits, aftredend lid; 2e. Mr. G. M. H. Sassen. Wordt overgegaan tot stemming. Er worden uitgebracht 21 stemmen, waarvan 20 op den heer Smits en 1 op den heer Sassen. Zoodat de heer J. M. A. C. J. Smits opnieuw is benoemd tot lid van het College van Regenten van het Oude-Mannenhuis. 14. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tof be noeming van den wachtgelder Th. J. J. Moe lands tot

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1937 | | pagina 240