29 JULI 1937. 243 Ook moet men hierbij bedenken, dat Biermans eigenaar bleef van het perceel, de Jong niet. De heer VAN KEEP gaat niet geheel accoord met de redeneering van den Voorzitter; de Jong krijgt ook f25, per M2. voor den over te dragen grond. De heer BROOS zegt, dat hem ook verteld is, dat dit geval gelijk zou zijn aan dat van Biermans. Als dit inder daad zoo is, dan schuilt in dit voorstel een onbillijkheid. De heer MEIJS vestigt er nog eens de aandacht op, dat de Jong het perceel indertijd heeft gekocht met de weten schap, dat op een gedeelte daarvan een bouwverbod gelegd was. De VOORZITTER zegt, dat Burgemeester en Wethouders de zaak nog wel eens nader willen bekijken; zij kan dan in een volgende vergadering weer aan de orde worden gesteld. De heer BROOS gaat daarmede accoord, maar merkt op, dat de Jong al bezig is met de verbouwing. De VOORZITTER antwoordt, dat zulks niets ter zake doet; men loopt op die manier alleen o.p hat raadsbesluit vooruit en wel op eigen risico. Zonder verdere bedenkingen wordt alsnu be sloten de behandeling van deze aangelegenheid tot een volgende vergadering aan te houden. 20. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot be schikbaarstelling van een crediet voor aanleg van een rijwiel pad aan en verbetering van de Markkaiie (Bijlagen 1937, no. 163).

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1937 | | pagina 243