29 JULI 1937. J y 253 Door de personeele belasting voor de caféhouders te ver lagen doet men niet iets, dat op het oordeel van een hoogere instantie zal afstuiten. Zoolang de Wethouder van financiën kans zag, zonder bij de Regeering aan te kloppen, een slui tende begrooting te krijgen, heeft men daarvoor moeten zwichten; nu is die reden vervallen. Stelt men de zaak uit tot de behandeling der begrooting, dan staat men over een jaar weer voor het zelfde feit; wil men iets op dit gebied doen, dan moet men er nu toe overgaan. Dit is de reden, waarom het prae-advies van Burgemeester en Wethouders thans anders luidt. Wethouder KROONE zegt, dat hij inderdaad al meerdere malen tegen inwilliging van het verzoek heeft gestemd. Spr. heeft zich nu laten overtuigen, dat het voor de caféhouders buitengewoon moeilijk is om hun bedrijven staande te hou den; er verdwijnen zelfs verschillende café's. Het prae-advies is dan ook om zoo te zeggen uit den nood dier bedrijven ge boren. Onder die omstandigheden gaat het niet aan, een groep der bevolking extra te belasten. De heer VAN KEEP kan zich niet vereenigen met de ziens wijze van den heer Ma be lis, dat de noodlijdendheid der koffiehuisbedrijven geen reden mag zijn om tot belasting verlaging over te gaan. Spr. ziet de zaak zoo: toen het de koffiehuisbedrijven goed ging heeft de Gemeente daarvan een extra bijdrage geheven, nu zij in nood verkeeren steekt zij hun de behulpzame hand toe. Spr. vindt dit zeer billijk. Hij begrijpt dan ook niet, dat daartegen bezwaar wordt ge maakt; het is een rechtvaardige daad. De heer BROOS heeft in deze aangelegenheid tot nu toe altijd het afwijzend prae-advies van Burgemeester en Wet houders gesteund. Thans zijn Burgemeester en Wethouders met een ander prae-advies gekomen. En nu daaruit blijkt, dat de koffiehuisbedrijven in zulke groote moeilijkheden zijn

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1937 | | pagina 253