254 \J y 29 JULI 1937. gekomen, dat Burgemeester en Wethouders het noodig vin den, aan het verzoek om belastingvermindering tegemoet te komen, zal Spr. zich niet langer daartegen verzetten. De heer COHEN zegt, dat tegenover het verdwijnen van verschillende café's waarop de heer Kr o one heeft ge wezen staat, dat er nieuwe bij komen. Men kan dan ook niet zeggen, dat het aantal café's te Breda noemenswaard vermindert; men zie maar eens naar de Qroote Markt! Ook mag men veronderstellen, dat, als men een koffiehuis opricht, men er zeker van is, dat men het ook kan drijven. Er is gezegd, dat de meeste gemeenten van de grootte van Breda de personeele belasting voor de caféhouders hebben verlaagd. Het is evenwel de vraag, of de belastingschroef in die gemeenten zoo is aangedraaid als hier. In het prae-advies van Burgemeester en Wethouders staat, dat de toestand der geineentefinanciën in 1938 geen verbe tering te zien zal geven. Er had moeten staan, dat de finan- cieele toestand der Gemeente in 1938 nog slechter zal zijn. Waar het verzoek al verschillende malen is geweigerd op grond van den slechten toestand der gemeente-financiën, meent Spr., dat er momenteel niet de minste reden aanwezig is om het thans in te willigen. De Raad zal dan ook verstandig doen met het prae-advies van Burgemeester en Wethouders niet aan te nemen. De heer SPOELDER merkt, naar aanleiding van het door Wethouder Van der Werf gesprokene, op, dat het hem bekend is, dat de Minister geen bezwaar heeft tegen verlaging van de personeele belasting in een dergelijk geval. Spr. wijst er nog op, dat de nieuwe precario-belastjng ook nog ten laste van de koffiehuisbedrijven is gekomen en dat de ver hooging van den accijns zwaar op deze bedrijven drukt. Dit deel der bevolking wordt dan ook bij uitstek zwaar belast. Men moet ook niet vergeten, dat ook na aanneming van dit prae-advies, de caféhouders nog altijd zwaarder belast blijven

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1937 | | pagina 254