yv> 256 29 JULI 1937. De heer MABELIS zal niet ingaan op het argument, dat er thans andere menschen achter de College-tafel zitten; hij kan niet gelooven, dat de vroegere bewindslieden het niet juist gezien hebben. Ook kan Spr. niet aannemen, dat het argument, dat de minst-draagkrachtigen het moeten opbren gen, thans van de baan is. Als het Rijk een bijdrage geeft, dan zal het hoogstwaarschijnlijk met eischen komen als schooldgeldverhooging e.a. en is dus het argument practiseh niet van de baan. Het gevaar blijft dan ook wel degelijk be staan, dat deze belastingverlaging op de kleine luiden zal drukken. De heer Kroon e heeft gezegd, dat de toestand in het café-bedrijf onhoudbaar is geworden. Toch ziet men er steeds nieuwe café's bij komen. Maar, al wil Spr. niet ontkennen, dat die toestand verre van rooskleurig is, de nood wordt door de voorgestelde belastingvermindering niet weggeno men. Zij is slechts een tegemoetkoming en als zoodanig kan zij welkom zijn, doch de nood kan alleen worden weggeno men door saneering van het bedrijf. Spr. acht het niet noodig in te gaan o.p de motieven van de heeren Van Keep en Spoelder, die deze belas ting onbillijk noemen. Dit is onjuist. De wet op de perso- neele belasting bestaat al ruim veertig jaren en is nog nimmer gewijzigd. Eerst toen de belasting ten goede van de gemeente kwam kreeg de Minister ineens billijkheidsgevoelens en gaf hij de gemeente het recht om de belasting voor de koffie huishouders te verlagen. Men kan het billijk of onbillijk noemen; het blijft een kwestie van aanvoelen. Maar, als men met een leege gemeentekas voor een bepaalde groep der bevolking de belasting gaat verlagen, terwijl er voor de anderen op dit gebied niets wordt gedaan, dan kan Spr. dit niet anders dan onbillijk vinden. De VOORZITTER verklaart, dat het College van Burge meester en Wethouders allerminst beoogt van de Rijksbij drage te profiteeren, integendeel, het wil liefst zoo spoedig

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1937 | | pagina 256