\J 258 rw 29 JULI 1937. De heer VAN DEN WIJNGAARD juicht het voorstel toe. Hij betreurt het evenwel, dat het Comité voor vakontwikke ling van jeugdige werkloozen en de Commissie van toezicht op den dienst der Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbe middeling niet met den gang van zaken op de hoogte zijn gehouden, dan hadden zij over een en ander hun meening kunnen kenbaar maken. Spr. hoopt, dat deze nieuwe dienst niet het bemiddelingsvraagstuk ter hand zal nemen en als hij het mocht doen, het dan zal zijn in overleg met de Ar beidsbeurs. Wethouder KROONE merkt op, dat de Commissie van Toezicht uit vertegenwoordigers van verschillende organi saties bestaat. Spr. acht dit voor de Commissie van Advies niet noodig; zij zou dan te groot worden, want als men er de vertegenwoordigers van werknemers in opnam, dan zou men dit ook ten opzichte van de werkgevers moeten doen. Burgemeester en Wethouders hebben daarom gemeend haar z.g. neutraal te moeten houden en daarin alleen te moeten opnemen degenen, die als het ware de jeugdwerkloozenzorg hier ter stede tot stand hebben gebracht, met name de heeren Steggerda en Mabelis. De heer Van den Wijngaard betreurt het, dat het Comité voor vakontwikkeling en de Commissie van toezicht op den dienst der Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbe middeling in deze niet gehoord zijn. Burgemeester en Wet houders achtten dit, waar deze dienst feitelijk voortspruit uit een ministerieele opdracht, niet zoo noodig, te meer daar het slechts voorbereidend werk betrof; in de toekomst kan aan den wenscli van den heer Van den Wijngaard tege moet gekomen worden. Verder zegt Spr., dat het in het geheel niet in de bedoe ling ligt, dat deze dienst zich bemoeit met het bemiddelings vraagstuk. De plaatsing van arbeidskrachten blijft uitsluitend aan de Arbeidsbeurs voorbehouden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1937 | | pagina 258