262 \T"'y 29 JULI 1937.
haal der bijdragen het wekelijksch inkomen minder wordt
dan die vastgestelde minima, b.v.
Iets dergelijks kan zich bij ieder volgend tarief voordoen.
Waar ik meen, dat dit niet de bedoeling van Uw College is,
wilde ik voorstellen, den aanhef van artikel 2 als volgt te
lezen-
„De tarieven, waarnaar de bijdragen van de onderhouds
plichtigen worden berekend, zijn als volgt:"
en aan het slot van artikel 2, na f 56,de volgende bepaling
bij te voegen:
„met dien verstande, dat, door verhaal der bijdragen, voor:
tarief A het wekelijksch inkomen niet mag dalen tot minder dan f 8.—;
1 f28,
Van iemand, die een wekelijksch inkomen heeft van f 8,50
mag dus niet meer worden gevorderd dan f 0,50 per week.
De heer STRUIKEN kan zich aansluiten bij het voorstel
van den heer Kooijman. Voorts merkt Spr. op, dat in
de voorgestelde regeling geen rekening is gehouden met de
verplichte bijdragen uit hoofde van wettelijke onderhouds
plicht. Het komt hem voor, dat in de voorgestelde regeling
noodzakelijk daarmede rekening dient te worden gehouden,
daar het een klaarblijkelijke onbillijkheid is, dat iemands bij
drage wordt berekend naar het inkomen, dat hij geniet, zon
der aftrek van de door de wet aan hem opgedragen verplich
tingen van bijstand uit anderen hoofde dan uit deze veror-
Tarief A. Iemand verdient f 8,50 per week en moet dus
bijdragen 7XfO,15=if 1,05. Hem rest dan nog f 7,45
of f 0,55 minder dan het vastgestelde minimum van f 8,
B gezinsinkomen f 14,
C f 16,
D f 18,
E f20,
F f ?2,
G f24,
H f26,
3 f 30,-
K f32,
L f34,