29 JULI 1937. De heer VAN HOUTEN kan de opmerkingen van den Voorzitter niet onderschrijven. Bedoelde woningen zijn in derdaad gebouwd voor z.g. sociaal-achterlijken. De situatie is echter in den loop van de jaren anders geworden, zooJat er thans menschen in die woningen gehuisvest zijn, die wèl kunnen betalen. Zij betalen de huur, welke indertijd door den Raad voor die woningen bepaald is. De VOORZITTER: In dat geval krijgen ze ook op hun aanvrage aansluiting aan het radiodistributienet. De heer VAN HOUTEN, voortgaande, zegt, dat er na tuurlijk ook een aantal bewoners zal zijn, dat niet de voile huur kan betalen. Men moet echter ook denken aan de opvoedkundige waarde, welke de radio heeft. Wanneer men in het gezin muziek of een lezing kan beluisteren, zal men eerder thuis blijven dan wanneer men daartoe niet in ae gelegenheid is. Als er absoluut geen mogelijkheid is om te betalen, dan kan Spr. zich bij het standpunt van Burgemees ter en Wethouders neerleggen, maar er zijn ook goede huur ders onder, die gaarne bereid zijn de kosten, aan de aansluiting aan het radiodistributienet verbonden, te betalen. Aan de zulken zou Spr. gaarne zien, dat aansluiting werd toegestaan. Hij dringt er derhalve bij Burgemeester en Wethouders op aan, in die richting werkzaam te zijn. De VOORZITTER blijft van meening, dat het toch te ver gaat, aan menschen, die huurbijslag krijgen en in de steun regeling loopen, radiodistributie te verstrekken. Laten zij dan f 1,meer huur betalen, dan kunnen zij aansluiting krijgen. De heer VAN HOUTEN kan het standpunt van den Voor zitter niet deelen. Deze menschen hebben, vóórdat zij in de steunregeling werden opgenomen, getoond, dat zij niet lot de sociaal-achterlijken behoorden. De groote massa der ge- steunden denkt er niet aan, radio-aansluiting te vragen, maar

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1937 | | pagina 267