u V\a 272 29 JULI 1937. Doordat de koopkracht van dit deel der bevolking niet be paald gunstig kan worden genoemd, heeft dit vanzelf groo- ten invloed op de prijzen, welke besteed worden. Het ge volg daarvan is steeds mindere aanvoer. Het heeft derhalve geen zin de toch al geringe partijen visch op diverse punten van de stad te doen verkoopen, daar deze aan het centrale punt, de vischmarkt haar weg we! vinden. Ook hebben de liefhebbers van een goedkoop partijtje visch er wel wat tijd voor over om een wandeling te maken naar de vischmarkt, vooral omdat het uur van aanvang ligt na afloop van de werktijden der meeste belanghebbenden. Diverse pogingen om den aanvoer van goedkoope par tijen visch te stimu:eeren hebben tot heden gefaald. Het verkoopen van visch in andere stadsgedeelten stuit daarenboven af op ernstige bezwaren en groote kosten Immers daartoe moet een behoorlijke ruimte aanwezig zijn met banken, waarop de visch wordt uitgestald. Tevens be hoort een dergelijke plaats op de waterleiding te zijn aan gesloten om hinder voor omwonenden te voorkomen. Ook zou in de onmiddelijke nabijheid een bergplaais voor de aan te voeren of eventueel niet-verkochte visch aanwezig moeten zijn. Verlichting zou op deze plaatsen moeten wor den aangebracht. Dit alles zou, nog vermeerderd met kosten voor transport, personeel enz., zeer veel uitgaven vorderen, welke niet kunnen worden verhaald. Op grond van een en ander zijn Burgemeester en Wet houders van oordeel, dat de huidige toestand voorloopig bestendigd dient te blijven. Vervolgens brengi de VOORZITTER in herinnering, dat bij de behandeling der begrooting 1937 is verzocht om het rapport van den bezuinigingsinspecteur voor de leden ter visie te leggen. Dit rapport is echter niet voor openbaar making geschikt wegens de namen, die erin genoemd wor den. Wèl kan Spr. daaruit eenige mededeelingen doen. Er

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1937 | | pagina 272