300 3 SEPTEMBER 1937. men derhalve dezen nuttigen maatregel niet doen afstuiten op principieele bezwaren en laat men den kinderen geven, wat hun toekomt. Den heer MABELIS stemt het tot voldoening, dat het prae- advies de meening van Burgemeester en Wethouders niet geheel weergeeft en dat er dus ook bij Burgemeester en Wet houders principieele bezwaren tegen meikverstrekking op de scholen bestonden, doch dat men het niet noodig vond die thans naar voren te brengen. Spr.'s betoog heeft geen ander doel gehad dan om hier te laten zien, dat het een principieele zaak betreft. Op zich is deze zaak niet zoo erg belangrijk, maar als men eenmaal begint met via de school te doen, hetgeen via het gezin be hoort te geschieden, dan gaat men gemakkelijk verder. De heer Van Houten heeft zelf zich in afkeurenden zin uit gelaten over de vroegere soep-uitdeeling aan schoolkinderen. Laat men dm. nu niet met meikverstrekking beginnen. De heer VAN DER VEN merkt op, dat de Raad inderdaad niet weet, wat deze meikverstrekking de Gemeente zal kosten. Spr. zou weieens willen weten aan wie en aan hoevelen er melk verstrekt kan worden voor f 7000,Spr. is geen voor stander van meikverstrekking op de scholen, aangezien men daardoor het gezin ontwrichten zou, maar hij zou wel iets voelen voor meikverstrekking aan groote gezinnen en daar naast aan enkele kleine gezinnen, die in behoeftige omstan digheden verkeeren. Spr. vraagt, of men naar de kosten daarvan niet eens een onderzoek zou kunnen instellen. De VOORZITTER zegt, dat het misschien goed is, thans eenige mededeelingen te doen over de kosten der voorge stelde meikverstrekking. Ook daarnaar is een onderzoek in gesteld. Er is nagegaan, hoeveel kinderen daarvoor in aan merking zouden komen. Verstrekking van een l/2 Liter

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1937 | | pagina 300