3 SEPTEMBER 1937. IJ S 309 De heer LOONEN vindt het jammer, dat het met het pen sioen van den heer A n s e m s zoo is geloopen. Ook Spr. vermoedt, dat de oorzaak daarvan is gelegen in het feit, dat er destijds geen voldoende voorlichting voor de ambtenaren was. De gestorte pensioenbijdrage over het jaar 1900 is voor den heer A n s e m s verloren geld. Spr. voelt er wel voor, Ansems dat bedrag terug te geven. Het voorstel van den heer B r a n t j e s gaat hem te ver. De heer VAN HOUTEN vraagt zich af, of er bij aanne ming van het voorstel- B r a n t j e s geen consequenties zijn te vreezen. Spr. kan zich dan ook beter vereenigen met het denkbeeld van den heer L o o n e n. De heer BROOS sluit zich eveneens aan bij het denkbeeld van den heer E o o n e n. De VOORZITTER zegt, dat, als men Ansems de pen sioenbijdrage over dat jaar teruggeeft, alle andere ambte naren, die indertijd gestort hebben, daarop evenzeer recht hebben. Het is daarom gewenscht, de zaak nog eens nader te bekijken. De heer Ansems is inderdaad een goed ambtenaar geweest, doch het is gevaarlijk met fooien te gaan werken. Daarop wordt besloten de verdere behandeling van deze aangelegenheid aan te houden tot een volgende vergadering. 20. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders, op een verzoek van het bestuur der R.K. u.l.o. jongensschool aan de Middellaan, om beschikbaarstelling van gelden voor de aanschaffing van schoolmeubelen (Bijlagen 1937, no. 176). Zonder eenige bedenking wordt overeenkomstig het prae-advies van Burgemeester en Wethouders besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1937 | | pagina 309