3 SEPTEMBER 1937. 323 overzien; de nieuwe voorwaarde lijkt hem evenwel niet af doende. De VOORZITTER zegt vervolgens, dat de opmerking van den heer M a b e 1 i s over den canon zal worden nagegaan. Spr. kan daarop niet ineens antwoord geven. Mocht er een vergissing in de ontwerp-overeenkomst geslopen zijn, dan zal die hersteld worden. Wat betreft de bepaling, dat 90% der werklieden Bredanaar moet zijn, zegt Spr., dat die bepaling in de transactie met de Machinefabriek „Breda" geldt voor de werklieden, be- noodigd voor den bouw der fabriek, terwijl zij in het onder havige geva! betrekking heeft op de werklieden, die, wanneer de fabriek eenmaal gereed is, daaraan werkzaam zullen zijn. Met inachtneming van de door den Voorzitter aangegeven wijziging, wordt het voorstel van Bur gemeester en Wethouders daarop zonder hoofde lijke stemming aangenomen. 29. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot wij ziging van het raadsbesluit van 15 Juni j.l., tot het aangaan van een erfpachtovereenkomst met de N.V. Machinefabriek „Breda", voorheen Backer Rueb, betreffende een industrie terrein in der: Belcrumpolder (Bijlagen 1937, no. 185). Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt dienovereenkomstig besloten. 30. Schrijven van Burgemeester en Wethouders, daarbij ter vaststelling aanbiedende een staat van oninbare en nog te verhalen posten, behoorende tot de rekening over het dienstjaar 1936. Zonder eenige bedenking wordt besloten, dezen staat conform vast te stellen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1937 | | pagina 323