332 3 SEPTEMBER 1937. doch betalingsminima zijn, dan heeft zijn voorstel geen zin meer. Den heer COHEN lijkt het denkbeeld van den heer Kroone verhooging van de minima het beste. Wethouder VAN MIERLO ziet niet in, waarom men deze aangelegenheid anders zou regelen dan die omtrent de bij dragen in de verplegingskosten van lijders aan besmettelijke ziekten. De heer COHENOmdat de verpleging wegens krankzin nigheid langer duurt! Wethouder VAN MIERLO antwoordt, dat met dien lange- ren duur reeds rekening wordt gehouden in de ontwerp regeling. De heer STRUIKEN vindt, dat het er niet toe doet, of het in een andere verordening anders staat. Spr. voor zich wil de bestaansminima door de bijdrage niet aantasten. De VOORZITTER zegt, dat Burgemeester en Wethouders de zaak nog eens nader zullen bekijken en geeft derhalve in overweging, de verdere behandeling van deze aangelegenheid nogmaals aan te houden. Daartoe wordt besloten. 40. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot wijzi ging van de Bouwverordening (Bijlagen 1937, no. 173). Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt dienovereenkomstig besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1937 | | pagina 332