12 OCTOBER 1937. 359
lesrooster ter sprake wil brengen, zal hij dit bij een andere
gelegenheid moeten doen.
De heer HEER kan zich volkomen aansluiten bij het be
toog van den heer Kooijma n. Spr. begrijpt niet, dat in
dit geval bezuinigingsmotieven zoo zwaar wegen, gezien het
geringe bedrag, dat ermede wordt uitgespaard. Men moet
toch bedenken, dat de Handelsavondschool altijd in het land
als voorbeeld is gesteld van een goede onderwijsinrichting.
Door daarop te gaan bezuinigen, zou het weieens kunnen
gebeuren, dat zij niet meer zoo goed aangeschreven stond.
Waar in dezen tijd overal wordt aangedrongen op verbetering
van het onderwijs, stelt Spr. voor, het ontslag niet te ver-
leenen.
De heer DE JONG merkt op, dat, waar de Raad indertijd
gekend is in de wijziging van het leerplan, deze ook nü te
beoordeelen had, of tot vermindering van het aantal lesuren
moest worden overgegaan. De juiste weg was dan ook ge
weest: het indienen van een voorstel tot vermindering van
het aantal lesuren bij den Raad. Nu is men omgekeerd te
werk gegaan en moet de Raad achter de feiten aanwandelen.
Het ware beter geweest, als de Raad van begin af aan de
leiding in handen had gehouden. Spr. is het eens met de
heeren Kooijman en Heer, dat niet ter wille van een
zoo geringe bezuiniging mag worden overgegaan tot deze
inkrimping van het onderwijs. Waar bij menige gelegenheid,
vaak slechts voor één enkelen keer, bedragen van1. 5 a 6 hon
derd gulden beschikbaar worden gesteld en in andere plaat
sen juist wordt overgegaan tot verbetering van het onderwijs,
dringt Spr. er met klem op aan, niet op het voorstel van
Burgemeester en Wethouders in te gaan en den vóór den
aanvang van dezen cursus geldenden lesrooster te hand
haven.