12 OCTOBER 1937.
De heer KOOIJMAN kan volkomen onderschrijven, wat
de heer De Jong gezegd heeft; inderdaad kwam men
vroeger bij den Raad met voorstellen om vakken van den
lesrooster te schrappen; deze heeft dergelijke aangelegen
heden altijd behandeld.
De VOORZI TTER zegt, dat de samenstelling van het
leerplan toch niet door den Raad kan geschieden; dit be
hoort door Burgemeester en Wethouders onder goedkeuring
van den Minister te gebeuren. Het zou toch te ver gaan,
indien de Raad tegen het oordeel van de Commissie van
toezicht en de deskundigen van het Departement inging. Men
moet de zaak daarom niet zóó stellen, dat de Raad daarin
zou willen medespreken. Er moest bezuinigd worden, aan
gezien de begrooting voor 1938 niet sluitend was te krijgen.
Er is toen nagegaan, wat er o.a. ook op de Handelsavond
school viel te bezuinigen. Gebleken is, dat er eigenlijk 4 les
uren per leerling af moesten. Noode zijn Burgemeester en
Wethouders er toe overgegaan om het vak „aardrijkskunde"
van het leerplan af te voeren, onder goedkeuring van het
betrokken Departement. Men kan het er nu weer op brengen,
doch Spr. is er van overtuigd, dat het straks toch weer ge
schrapt zal worden, als het Rijk medezeggenschap krijgt in
het financieel beheer van de Gemeente. Het is daarom beter,
het niet te doen.
Wethouder VAN MIERLO zegt, dat het voor hem als een
paal boven water staat, dat men het onderwijs aan de Han
delsavondschool dan geheel zal moeten terugbrengen tot
10 uur per week. Waarom Spr. daarvan overtuigd is, zai
den leden duidelijk worden, als zij de begrooting voor 1938
thuis hebben gekregen.
De heer DE JONG vraagt, wat de reden er van is, dat
de heer Van M i e r 1 o dit nü verwacht, terwijl er in de
ergste crisisjaren niet op dat onderwijs beknibbeld is ge
worden.