12 OCTOBER 1937. -361 Wethouder VAN MIERLO: Omdat men in de vorige jaren de begrooting altijd nog sluitend heeft weten te maken. Op de begrooting voor 1938 zal echter een tekort van 31/2 ton zijn, waarvoor geen dekking is te vinden. Nu kan men wel zeggen: Laat ons maar niet op dat onderwijs bezuinigen en het bewuste vak weer op den lesrooster brengen, maar men zal beter doen met rekening te houden met de realiteit en bescheiden te zijn, ten einde erger te voorkomen. De VOORZI TTER zal nu het voorstel van Burgemeester en Wethouders in stemming brengen. Mocht dit worden ver worpen, dan zal daaruit niet alleen de conclusie worden ge trokken, dat de heer Van Mechelen niet ontslagen wordt, doch ook dat het vak „aardrijkskunde" weer op den lesrooster wordt gebracht, behoudens de goedkeuring van den Minister. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt daarop in stemming gebracht en verworpen met 14 tegen 12 stemmen. Tegen: de heeren Cohen, de Jong, Kamphuis, Van Houten, Heer, Gruijs, Me ij vis, Laureij, Spoelder, Elich, Van der Ven, Van den Wijn- gaard, Kooijman en Van Keep. Voorde heeren Broos, Mabelis, Brantjes, Pleijte, Van der Werf, Kroone, Van Aren- donk, Struiken, Janssens, Me ijs, Loonen en Van M i e r 1 o. 21. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot toe kenning van een gratificatie aan den hoofd-inspecteur van politie J. P. C. Mansfeit voor het waarnemen van het commissariaat van politie (Bijlagen 1937, no. 218).

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1937 | | pagina 361