\J
M
362
12 OCTOBER 1937.
De heer VAN ARENDONK kan zich volkomen vereenigen
met het voorstel. Spr. geeft echter in overweging het bedrag
van de voorgestelde gratificatie met één gulden te verhoogen,
aangezien in de berekening daarvan een fout is geslopen.
De VOORZITTER zegt, dat daartegen geen bezwaar be
staat.
Aldus gewijzigd, wordt het voorstel van Bur
gemeester en Wethouders zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
22. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders, op een
verzoek van den gepensionneerden hoofdopzichter bij Open
bare Werken L. An se nis, om toekenning van een aanvul
lingspensioen (Bijlagen 1937, no. 179), aangehouden in de
vorige vergadering; met nader schrijven van Burgemeester en
Wethouders ter zake (Bijlagen 1937, no. 221).
De heer BRANTJES zal niet terugkomen op hetgeen de
vorige maal over deze aangelegenheid gezegd is waardoor m
hem de hoop leefde, dat aan het verzoek van den heer A ii -
s e m s zou worden tegemoet gekomen. In het nader schrij
ven van Burgemeester en Wethouders wordt verwezen naar
circulaires van 1922 en 1926 laatstbedoelde circulaire is
qvenwel van 29 Juni 1925 in plaats van 1926 over inkoop
van pensioenjaren. In die circulaires wordt gesproken van het
inkoopen door ambtenaren, terwijl in de tweede alinea
van art. 1 der verordening, regelende de pensioenbijdragen
van de gemeente-ambtenaren, opgenomen in Gemeenteblad
no. 231 van 1913, staat: „Het verhaal heeft niet plaats over
den tijd, vóór 1 October 1913 bewezen, gedurende welken
door den betrokken ambtenaar reeds aan de gemeente of aan
het gemeentelijk pensioenfonds voor pensioen mocht zijn
bijgedragen"; dit beteekent dus, dat de Gemeente in die