LAa 36 \J 11 februari 1937. waarvan 10 gewone en 2 voor speciaal werk. Gelooft nu iemand, dat deze onder elkaar even zullen afspreken om de prijzen op te drijven? De practijk heeft juist het omgekeerde bewezen. Er bestaat in Breda geen gentlemen's agree ment tusschen de georganiseerde patroons. Dat is gezien het groot aantal georganiseerde drukkers ge zien de practijk onmogelijk. De betreffende ongeorganiseerde drukker zegt: ik ben ge organiseerd. Waar haalt de man het vandaan? Ergo: Hoe kan de Raad daar inloopen? Heeft iemand al eens gehoord van een zwarten schimmel of van een witten neger? Zoo is ook deze drukkerij georga niseerd in den Bond van ongeorganiseerden. Zeg mij wie U vrienden zijn en ik zal U zeggen wie gijl zij't. Deze drukker heeft geen personeel, dus hij kan bergen beloven, wanneer men hem vraagt, wat hij met toekomstig personeel zal doen. Maar hoe staat het nu met zijn vrienden, de leden van den bond van onafh. drukkerspatroons, groep Wehrens? Heeft het College wel eens geïnformeerd naar de toestanden aan de drukkerijen, die bij deze zgn. organisatie zijn aangesloten? Heeft men al eens gevraagd, hoe het staat met haar C.A.O.? Ik kan U de verzekering geven, dat de toestand aan deze drukkerijen erbarmelijk is, dat er van een C.A.O. geen sprake is en dat er de ergerlijkste willekeur heerscht. De heeren zeggen, dat ze uit de organisatie zijn getre den om van de tariefsbanden verlost te worden. Maar in de practijk zijn de arbeiders op al deze drukkerijen zon der uitzondering daarvan de dupe geworden. Jawel, zij vormen een organisatie, n.l. van georganiseerde afbraak, die geen middel verfoeit om wat na jaren lang wer ken is opgebouwd, weer tot den grond toe af te breken. Hun georganiseerd zijn spruit voort uit eng egoïsme, ten koste van een groot maatschappelijk belang. Er is in 1929 verder als bezwaar aangevoerd, dat er geen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1937 | | pagina 36