372 12 OCTOBER 1937.
35. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot be
schikbaarstelling van een crediet voor aanleg van een gedeelte
van den verbindingsweg Van CoothpleinHaven (Bijlagen
1937, no. 209).
De heer STRUIKEN zegt, dat dit voorstel hem aanleiding
geeft om eenige vragen te stellen. In de eerste plaats een
technische kwestie. Het lijkt hem namelijk toe, dat de rijweg
te smal wordt voor het moderne verkeer. Weliswaar wordt
deze verbindingsweg geen snelverkeersweg, maar Spr. acht
het toch verstandig, den rijweg wat breeder te maken en in
het midden daarvan een van het rijverkeer afgescheiden fiets
pad aan te leggen; bij de onderbrekingen in de afscheiding
kunnen de fietsers dan afstappen en den rijweg oversteken.
In de tweede plaats verzoekt Spr. een nader overzicht van
de plannen aan den Raad over te leggen. Den Raad hebben
den laatsten tijd verschillende voorstellen met betrekking tot
den verbindingsweg Van CoothpleinBelcrumweg bereikt,
doch men krijgt geen overzicht, hoe het met de technische
voorbereiding daarvan staat. Hetzelfde geldt voor den rond
weg en omgeving. Is het niet mogelijk, vraagt Spr., om alvast
te beginnen met het terrein langs de Mark bouwrijp te maken;
eenige panden aan de Baronielaan zijn gesloopt, doch verder
blijft het nu allemaal maar liggen en niemand weet wat er
eigenlijk gebeuren zal.
Vervolgens vraagt Spr., waar het nieuwe uitbreidingsplan
blijft. Eenige jaren geleden is er al naar gevraagd. Reeds twee
maal is overeenkomstig art. 36 der Woningwet bepaald, dat
een herziening van het uitbreidingsplan in voorbereiding is.
Het wordt hoog tijd, dat het nu komt; er zal dan aan een
zeer willekeurigen toestand een einde komen. Het is teeke
nend voor den toestand, dat b.v. de heer E1 i c h al bij
enkele gelegenheden heeft geweigerd zijn stem aan de voor
stellen van Burgemeester en Wethouders te geven, omdat men
den toestand niet kan overzien. Bij de op deze agenda voor
komende voorstellen, betreffende diverse grondverkoopen,