12 OCTOBER 1937. 1/ 377 36. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot be schikbaarstelling van een crediet voor kosten van verlichting van brandgangen en binnenplaatsen van gemeentewoningen (Bijlagen 1937, no. 212). De VOORZITTER merkt op, dat dit voorstel het resultaat is van een bij de behandeling van de gemeente-begrooting voor 1937 gestelde vraag. Zonder verdere opmerkingen wordt daarop con form het voorstel van Burgemeester en Wethou ders besloten. 37. Schrijven van Burgemeester en Wethouders, daarbij ter vaststelling aanbiedende den staat van afschrijvingen voor de woningen van het gemeentelijk woningbedrijf. De heer STRUIKEN zegt, dat hij den staat, voor wat be treft de afschrijving op de noodwoningen, niet begrijpt. Het aantal jaren, waarin wordt afgeschreven, is 24, doch 24 maai het afschrijvingsbedrag klopt niet met het af te schrijven bedrag. Wethouder VAN MIERLO antwoordt, dat de opmerking van den heer Struiken volkomen begrijpelijk is; de staat verdient inderdaad eenige toelichting. De Raad moet jaar lijks het afschrijvingspercentage vaststellen. Dit nu wordt telkens hooger naarmate het rentebedrag lager wordt. De huren der woningen moeten stabiel blijven. Vandaar dat de berekening van den heer Struiken niet klopt. Den heer STRUIKEN komt een aantal van 24 afschrijvings jaren voor noodwoningen wel erg groot voor. Als men vóór noodwoningen zooveel jaren noodig heeft, hoeveel zal men er dan wel noodig hebben voor een behoorlijk huis?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1937 | | pagina 377