380 12 OCTOBER 1937.
46. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot vast
stelling van een regeling, waarnaar de bijdragen van onder
houdsplichtigen in de kosten van verpleging van armlastige
en minvermogende krankzinnigen worden vastgesteld (Bij
lagen 1937, no. 151), met een prae-advies van Burgemeester
en Wethouders op de door de raadsleden S. 1< o o ij m a n
en Mr. A. A. M. Struiken op die regeling ingediende
amendementen (Bijlagen 1937, no. 178), aangehouden in de
vorige vergadering, alsmede een nader schrijven van Bur
gemeester en Wethouders ter zake (Bijlagen 1937, no. 214).
De heer KOOIJMAN zegt het volgende:
Mijnheer de Voorzitter.
Door mij werden twee voorstellen ingediend, n.l. één, om
in art. 2 in plaats van: „Het tarief, waarnaar de bijdragen
van de onderhoudsplichtigen worden berekend, is als volgt",
te lezen: „De tarieven, waarnaar de bijdragen van de onder
houdsplichtigen worden berekend, zijn als volgt"; en een
tweede, dat beoogt, de minima, bij verhaal van bijdragen van
onderhoudsplichtigen, onaangetast te laten.
Mijnheer de Voorzitter. Uit het prae-advies van Uw Col
lege op het eerste amendement heb ik den indruk gekregen,
dat Uw College van meening is, dat ik aan het „schoolmees
teren" was geslagen; Uw College geeft nog gratis taalles:
het moet op taalkundige gronden zijn: „het tarief" en
niet „de tarieven"; tarief is een verzamelnaam, een lijst van
prijzen, in casu bedragen.
Mijnheer de Voorzitter. „Schoolmeesteren" was mij vreemd.
Deze wijziging was voor mij noodig om een zuivere redactie
te krijgen voor mijn tweede amendement, waarin ik spreek
over tarief A, tarief B enz., dus over tarieven.
Mijnheer de Voorzitter. Ik zou over deze kleinigheid niet
gesproken hebben en ik had reeds met mijzelf afgespro
ken, mijn schoolgeld maar terug te halen indien ik niet
tot de volgende zonderlinge ontdekking was gekomen. In
Gemeenteblad no. 626, waarin opgenomen i& de verordening,