388 j y 12 OCTOBER 1937. overblijft, terwijl er indertijd voor de voortuinen van de be staande perceelen aan de Zaanmarkstraat 4x/2 M. moest over blijven. De VOORZITTER zegt, dat, bij de beoordeeling van het bouwplan, aan de opmerking van den heer Van Keep aandacht zal worden geschonken. Zonder verdere opmerkingen wordt daarop con form het voorstel van Burgemeester en Wethou ders besloten. 59. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot ver koop van een bouwterrein, gelegen in het bouwblok Juliana- laan, Graaf Hendrik 11I-laan, Vondelstraat en P. C. Hooft- straat, aan P. J. Mol (Bijlagen 1937, no. 243). Niemand der leden hiertegen eenige bedenking- hebbende, wordt dienovereenkomstig besloten. 60. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot het aangaan van een overeenkomst tot straataanleg nabij de Leur- schestraat met A. J. B. Brouwers te Ginneken (Bijlagen 1937, no. 244). Zonder eenige bedenking wordt dienovereen komstig besloten. De VOORZITTER deelt mede, dat indertijd subsidie aan het Rijk was gevraagd voor het omleggen van de Zaanmark, hetgeen in werkverschaffing zou geschieden. Er is nu bericht ingekomen, dat de Minister het verleenen van een rijkssub sidie voor dit werk niet kan bevorderen, omdat het noodza kelijk is en dus niet als werkverschaffingsobject kan worden beschouwd. In verband hiermede moet het door den Raad toegestane crediet worden verhoogd en wel met f 740,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1937 | | pagina 388