38 \J 11 FEBRUARI 1937. „Elk der contractanten ter andere zijde wijst daartoe één „lid aan, hetwelk door en uit zijn hoofdbestuur wordt ge- „kozen." En wat de consumenten betreft; het Federatiebestuur heeft er herhaaldelijk bij de Overheid op aangedrongen een con- sumentenraad te benoemen. Men achtte dit echter overbodig. Iedere ingewijde erkent trouwens, dat het tarief niet te hoog is. Het tarief is er op berekend, in normale tijden, onder normale omstandigheden, een normale winstmarge te maken. Het is wetenschappelijk opgebouwd naar de gegevens van een groot aantal drukkerijen betreffende den kostprijs van verschillende werken. Het is sinds 1929 3 X verlaagd n.l. in 1931, 1934 en 1936. Het is ondanks de devaluatie die van de drukkers groote offers eischt niet verhoogd. En wanneer het College zich er op beroept, dat er patroons zijn, die beweren, dat ze met winst kunnen werken beneden de tariefsprijzen, dan antwoord ik daarop, dat wij er terdege rekening mee moeten houden, dat het tarief is vastgesteld voor alle drukkerijen. Zeker, er zijn drukkerijen, die wel met winst zouden kunnen werken, ook als ze prijzen be rekenen, die beneden het tarief liggen. Dat zijn die kleine zaken, die slechts een beperkt aantal personeel hebben en waar dan de patroon, meestal met eenige andere vennooten, meewerkt. Dergelijke drukkerijen hebben natuurlijk lang niet zooveel uitgaven als normale drukkerijen. Maar juist voor zulke drukkerijen is het noodig, dat er ook een boetestelsel is. Niemand zal het recht daartoe be twisten. Het Federatie-bestuur beweert in zijn adres, dat ruim 50 van het drukwerk der Gemeente klaar gemaakt wordt bij ongeorganiseerden. Het College zegt, dat dit schromelijk overdreven is en komt tot een totaal van 23 °/0. De fout bij het College schuilt hierin, dat zij het percentage genomen heeft van het aantal orders in plaats van het percentage van het bedrag. Men zal het met mij eens zijn,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1937 | | pagina 38