390 J 12-OCTOBER 1937. geel op de aan dit besluit gehechte en gewaarmerkte kaart No. 56-54 zijn aangegeven. Zonder eenige bedenking wordt dienovereen komstig besloten. De VOORZITTER zegt, dat, naar aanleiding van de in de vorige raadsvergadering gemaakte opmerkingen over de liuur- staking in de Vuchtstraat, een onderzoek is ingesteld naar den toestand van de woningen in kwestie. Dit onderzoek heeft uitgemaakt, dat de woningen in een behoorlijken staat van onderhoud verkeeren. Van een deplorabelen toestand kan allerminst worden gesproken. Ook heeft Spr. een onderzoek doen instellen naar de te werkstelling van Bredasche arbeiders bij de in uitvoering zijnde bestratingswerken aan den Weerijssingel en de riolee- ringswerken aan den Bernhardsingel. Daaruit is gebleken, dat bij de aanbestede werken der Gemeente geen andere arbeiders zijn tewerkgesteld dan dezulken, die reeds één jaar in Breda woonachtig zijn. De bij de rioleeringswerken aan den Bernhardsingel te werk gestelde uitvoerder H. Voeten, die te Ulvenhout woonachtig is, is een zoon van den aanne mer; deze mag volgens de besteksvoorwaarden als zoodanig werkzaam zijn. Rondvraag. 1. De heer VAN DER VEN vraagt, of Burgemeester en Wethouders maatregelen hebben genomen, opdat op tijd kan worden begonnen met het verstrekken van brandstoffen aan werkloozen. De VOORZITTER antwoordt, dat de desbetreffende rege ling, welke gelijk is aan die van vorige jaren, op 20 October a.s. automatisch in werking treedt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1937 | | pagina 390