392
12 OCTOBER 1937.
4. De heer STRUIKEN vraagt, hoe het staat met jzijn
voorste] om het fonds voor het ruiterstandbeeld van Koning-
Stadhouder Willem III aan te wenden voor het oprichten
van een standbeeld voor Graaf Hendrik III van Nassau.
De VOORZITTER antwoordt, dat gebleken is, dat er
een schrijven was, waarin stond, dat de gelden alleen ge
bruikt mochten worden ten behoeve van het standbeeld op
het Kasteelplein. Spr. heeft toen aan het Comité gevraagd,
of het restant ad f 3400,mocht worden aangewend voor
de oprichting van een standbeeld voor Graaf Hendrik III.
Daarbij is gebleken, dat er nog maar één persoon van be
doeld Comité in leven is. Deze zou in het archief van het
Comité, dat te 's-Gravenhage berust, nagaan, wat er omtrent
de bestemming van die gelden besproken is. Bedoelde per
soon woont echter niet te 's-Gravenhage; hij gaat er zoo
af en toe heen. Tot nu toe heeft Spr. nog niets vernomen;
hij verwacht evenwel binnenkort antwoord te krijgen. Mo
menteel kan men er dus niets aan doen. Mocht men de
beschikking over de gelden krijgen, dan kunnen zij als
begin-fonds dienst doen, waarop voortgebouwd kan worden.
De heer STRUIKEN dankt den Voorzitter voor diens
inlichtingen.