40 Jv 11 FEBRUARI 1937. Dat ruikt naar dumping. Mijnheer de Voorzitter. Ik hoop, dat ik door deze uitvoerige uiteenzetting, verschillende oude raadsleden en ook het Col lege heb kunnen overtuigen van het groote belang om het drukwerk uitsluitend uit te besteden aan georganiseerde pa troons. Ik wil thans nog iets zeggen over het verzoek: van de Federatie om met haar een distributie-regeling aan te gaan. Burgemeester en Wethouders zien geen aanleiding om hierop in te gaan en vreezen, dat dit stroef zal werken en een meer dan normalen administratieven omslag tengevolge zal heb ben, gezwegen nog over de vraag, waarom zelfs een gezonde concurrentie tusschen de georganiseerde drukkers onderling moet worden uitgeschakeld. 't Lijkt er toch veel op, of er hier door het College be zwaren gezocht zijn. Thans moet het College aan alle drukkerijen prijsopgave aanvragen, terwijl, wanneer aan het verzoek van de Federatie voldaan wordt, de order slechts behoeft doorgezonden te worden aan de Federatie of aan de persoon of personen, die voor deze distributieregeling zorg dragen en die de order doorzenden aan de drukkerij, die er het meest voor in aan merking komt. Hoe kan men dan toch beweren, dat een der gelijke regeling stroef zal werken en een meer dan normalen a;dministratieven rompslomp mee zal brengen? En wanneer bij een gezonde concurrentie het prijs verschil slechts zeer gering is, welk nut zit er dan in die concurrentie, wanneer daartegenover vele voordeden staan. Die voordeden zijn immers niet gering. Eerstens is de Federatie in dit geval bereid met de Ge meente een overeenkomst aan te gaan op de basis van de overeenkomst met het Rijks-Inkoopbureau, hetgeen o.a. be- teekent een korting van 15% °P de getarifieerde prijzen. De Federatie is daartoe bereid, ofschoon zij dit in andere plaatsen na de devaluatie niet meer doet. Deze verlaging is verder mogelijk, omdat bij een distributieregeling slechts een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1937 | | pagina 40