432
kM
30 NOVEMBER 1937.
onder meer op grond van financieele en administratieve be
zwaren worden afgewezen, wil ik hierover een enkel woord
zeggen.
Al is het financieel bezwaar hiertegen van Burgemeester en
Wethouders, ontleend aan het groote begrootingstekort, niet
ongegrond, toch zou ik bij deze de aandacht willen vestigen
op de gemeente Tilburg, die, niettegenstaande zij voor 1938
een begrootingstekort heeft van f 629.500, toch dit jaar
voor de gemeentebedrijven de volgende kortingen voor groote
gezinnen heeft ingevoerd:
a. voor gezinnen met 5 kinderen beneden de 18 jaar 5°/0;
b. voor gezinnen met 6 kinderen beneden de 18 jaar 10°/0
c. voor gezinnen met 7 of meer kinderen beneden de 18
jaar 15%.
En daar de belastingen te Tilburg volgens Burgemeester en
Wethouders praciisch tof het maximum zijn opgevoerd, zoo
zullen Burgemeester en Wethouders daar trachten het be
grootingstekort te dekken door het verkrijgen van een extra
bijdrage uit het werkloosheids-subsidiefonds.
Doch, als er nu voor de invoering van gezinstarieven te
Tilburg geen bezwaar bestaat niettegenstaande het boven
genoemd begrootingstekort, omdat daar practisch de belas
tingen tot het maximum zijn opgevoerd, en daardoor ver
wacht wordt, dat voor de dekking van dat tekort, dat bedrag
als een extra uit'keering uit het werkloosheid-subsidiefonds
zal worden gegeven, dan zou ik aan Burgemeester en Wet
houders willen vragen: kan dan ons begrootingstekort wel
een bezwaar zijn, om ook hier gunstiger tarieven voor groote
gezinnen in overweging te nemen, aangezien hier, in verge
lijking met Tilburg de belasting practisch boven het maxi
mum is opgevoerd, daar voor de personeele belasting in
Tilburg alleen zij, die wonen bij de grenzen der randge
meenten, zijn ingedeeld in de 6e klasse, doch alle overigen
in de 4e klasse, terwijl Breda is ingedeeld in de 5e klasse, en
voor de gemeentefondsbelasting Tilburg momenteel in de
2e klasse, en Breda in de 3e- klasse, hetgeen tot gevolg heeft,