30 NOVEMBER 1937. 437
Dat de resultaten van het onderwijs aan de scholen Bosch
straat en Middellaan in vergelijking met andere scholen niet
minder zijn, is te danken aan de buitengewone „aanpassing"
van de onderwijskrachten, die als het ware hebben gewed
ijverd met de bezuinigingsmaatregelen der Regeering.
Maar deze leerkrachten staan voor een bovenmenschelijke
taak en saneering is dan ook dringend noodig.
Er zijn nog meer mogelijkheden om de gevolgen van de
onderwijs-verslechteringen zooveel mogelijk op te vangen. Ik
wijs hier op het voorbeeld van Rotterdam, waar een groot
aantal centrale scholen voor het 7e en 8e leerjaar bestaan.
Voor de groote massa beteekent de lagere school practisch
het eenige onderwijs. Om te voorkomen, dat deze kinderen,
na verloop van enkele jaren, geen behoorlijken brief kunnen
schrijven, zijn deze scholen van groote beteekenis. Bovend.en:
er loopen reeds genoeg werklooze jongeren rond. Het is
zeer wenscheiijk te zorgen, dat die kinderen, die de lagere
school verlaten en nog niet den leeftijd hebben bereikt, dat
zij mogen gaan werken, in de gelegenheid worden gesteld
nog eenig onderwijs te ontvangen.
Men zal het er mee eens zijn, dat een dergelijke schoof,
die zooveel mogelijk moet aansluiten bij de practijk van het
leven, in Breda groote beteekenis zou hebben voor het volks
kind.
Als overgang voor leerlingen, die om physieke redenen nog
niet direct in staat zijn, een u.l.o. school of een school voor
middelbaar of voorbereidend hooger onderwijs te volgen,
zou deze school eveneens goede diensten kunnen bewijzen.
Dit zou niet alleen in het belang van deze kinderen zijn,
doch het zou ook in 't algemeen den gang van het onderwijs
in de le klas der hoogere burgerschool bevorderen, daar
deze uiteraard door kinderen, zooals hier bedoeld, wordt
geremd.
Mijnheer de Voorzitter, voor deze punten, die nog wel met
enkele zijn aan te vullen, is 'systematisch overleg met de
hoofden van scholen en met de organisaties van onderwijzers