30 NOVEMBER 1937. 441 De heer STRUIKEN komt, na het betoog op breede basis' van den heer de Jong aangehoord te hebben, tot de con clusie, dat deze dat betoog beter in de Tweede Kamer had kunnen houden. De heer de Jong meent zelfs Katholieke leden van andere gemeenteraden raad te moeten geven. Spr. vindt dit zeer vreemde opmerkingen in dezen Raad; men zit hier om het belang der gemeente Breda te behartigen. Wat den grooten vooruitgang in Zweden betreft, moet Spr. er op wijzen, dat dit aardsche paradijs grootendeels afhan kelijk is van de groote wapenleveranties, waardoor dit land in staat wordt gesteld datgene te verrichten, wat het thans doet. Als de partijgenooten van den heer de Jong zich indertijd niet altijd zoo tegen het doen van militaire uitgaven hadden verzet, dan zouden er hier ook meer werken in crisis tijd gedaan hebben kunnen worden. Het eenige terrein, waarop Spr. den heer de Jong kan volgen, is dat van de bestrijding der werkloosheid, doch men moet te dien opzichte geen voorstellen doen, die niet te ver wezenlijken zijn. Men kan de op dit gebied gevoerde lands- politiek misschien bestrijden, maar daarvoor is het hier niet de plaats. Voorts kan men Breda niet vergelijken met Am sterdam. Spr. hoopt, dat Breda gespaard blijft voor de rare kronkelingen en sprongen, welke Amsterdam in zijn begroo ting moet maken en die geen teeken zijn van een gezond financieel beleid. Voor een gemeenschap is het voornaamste: stabiliteit in het financieel beleid. De heer de Jong heeft er ook nog de financieele ver houding tusschen Rijk en Gemeente bij gehaald en gezegd, wijziging in die verhouding dringend geboden te achten. Spr. heeft zich ook afgevraagd, of dit niet noodzakelijk was, maar na nadere bestudeering lijkt het hem niet mogelijk aan te geven, op welke wijze daarin verbetering moet worden gebracht. De heer de Jong kan dit blijkbaar ook niet, want hij geeft daaromtrent niets aan. Spr. zal verder niet op deze zaak ingaan; zulks lijkt hem hier geen nut te hebben. Spr. wenscht den heer de Jong toe, dat deze nog eens

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1937 | | pagina 441