,vT
plaatse
van be-
n lande
iderling
ri, doch
c. Deze
lillende
ch dan
in het
iet den
ajecten,
nd, dat
"dt met
louders
voering
wil in
gen op
i Bine-
en met
rugslag
ig van
Het is
Verken
kwes-
/eg zal
e ij v i s
a heer
e alge-
fractie
afzon-
30 NOVEMBER 1937. 443
derlijk. Dit is een bezwaar, omdat men daardoor niet zoo
duideliik kan formuleeren, wat in de fractie tot uiting komt.
Veel van hetgeen er bij de algemeene beschouwingen is ge
zegd, heeft met algemeene beschouwingen weinig of niets
te maken en had beter bij de onderscheidene hoofdstukken
opgemerkt kunnen worden.
Spr. gelooft, dat allen het er mede eens zijn, dat de werk
loosheid een groote ramp is voor ons volk. Dit is dan ook
al herhaaldelijk geconstateerd. Spr. is het met allen eens,
die op het standpunt staan, dat men beter den kost kan ver
dienen dan steun ontvangen. Maar, het is niet mogelijk ge
heel in de richting te gaan, die men om juist genoemde reden
het meest wenschelijk vindt; men moet verder zien dan van
daag. In den Raad zijn verschillende stroomingen; de een
zegt: „Laten we maar werken uitvoeren; straks zullen wij
wel zien, waar we de gelden vandaan halen"; anderen manen
te dien opzichte tot voorzichtigheid. Spr. gelooft ook, dat
men in deze voorzichtigheid moet betrachten, anders schuift
men de lasten geheel op de schouders van het nageslacht.
Burgemeester en Wethouders zijn het er natuurlijk mede eens,
dat men zooveel mogelijk werk moet laten verrichten; maar
men moet niet vergeten, dat Breda een gemeente is, die
nauw is ingesloten; men heeft hier geen moerassen of uit
gestrekte heide-velden binnen de gemeente-grenzen. Men
moet zich derhalve beperken tot werken in woonwijken. En
nu kan men wel geheele terreinen, aan den buitenkant der
stad gelegen, bouwrijp gaan maken, maar men weet niet,
of er straks wel behoefte aan dien bouwgrond zal zijn. Het
is dus geraden, ook daarmede voorzichtig te zijn.
Burgemeester en Wethouders hebben wel overwogen ver
schillende groote werken uit te voeren, maar het is zeer
moeilijk om ze in gang te zetten. Diït is niet te wijten aan
gebrek aan actie, doch men heeft daarbij met verschillende
instanties te maken, waardoor ontzaglijk veel tijd verloren
gaat. Spr. noemt in dit verband: het normaliseeren van de
Mark, het uitbaggeren van de singelgrachten enz. Men ziet