44 i 11 FEBRUARI 1937.
moeten staken omdat de prijs, waarvoor was ingeschreven en
waarvoor het werk reeds was gegund, door haar te laag
werd geacht; men krijgt daardoor het gevoel, dat die patroon,
naar de meening van de Federatie, niet flink genoeg aan den
gemeentelijken pruimeboom had geschud. Misschien kan de
heer Heer hierop een afdoend antwoord geven. Voorloopig
echter sluit Spr. zich aan bij de meening van den heer
Kro one, dat er eerst een grondig onderzoek behoort te
worden ingesteld.
Wethouder VAN BUITENEN zegt, dat de heer Heer
het hem niet kwalijk moet nemen hij heeft het beeld zelf
gebruikt wanneer Spr. zegt, dat de heer Heer voor een
deel tegen windmolens gevochten heeft. Immers, er is nimmer
tegen de Federatie gezegdJe moet dien man in je organi
satie opnemen. Ook is er nooit gedacht, dat de man in kwestie
georganiseerd was; ieder wist heel goed, dat hij dit niet was.
Er is dan ook geen reden voor den heer Heer om uit té
roepen: Hoe kan de Raad daar inloopen!
„Er heeft geen prijsopdrijving plaats", zegt de heer Heer.
Als dat inderdaad zoo was en het College was daarvan over
tuigd, dan zou er nu een ander prae-advies van Burgemees
ter en Wethouders ter tafel liggen. Burgemeester en Wethou
ders hebben redenen te meenen, dat er wèl prijsopdrijving
plaats vindt. Zooals de heer K o o ij m a n volkomen terecht
heeft opgemerkt, maakt hetgeen in 193b gebeurd is een on-
gunstigen indruk. Het was trouwens niet de eerste maal dat
zulks geschiedde; in 1929 heeft de drukker Vermijs ook
al op bevel van de Federatie het werk, dat hem door de Ge
meente was opgedragen, moeten staken, omdat hij te laag
had ingeschreven. Burgemeester en Wethouders hebben zich
toen genoodzaakt gezien den Raad voor te stellen, op zijn
besluit van 4 September 1928 terug te komen. Ware dat
zonder meer geschied, dan kon worden verwacht, dat vele
drukkerspatroons uit de Federatie zouden treden, vandaar
de door de minderheid van het College voorgestelde beper-
