30 NOVEMBER 1937. 451
op het stuk gesteld. Ook heeft de Commissie enkele voorstel
len ter inzage gehad met het verzoek te berichten, of men
opmerkingen daarover had of een vergadering daarover
wenschte; ook daarop waren geen aanmerkingen of vragen
gesteld, zelfs niet op de ontwerpbegrooting van den Reini
gingsdienst, welke de Commissie was aangeboden. Alleen
werd daarbij hulde gebracht aan het beleid van den Directeur,
welke hulde aan dien functionaris is overgebracht. Op grond
van een en ander leek Spr. het beleggen van een vergadering
dus overbodig. Hij zal echter steeds gaarne gevolg geven aan
een verzoek om de Commissie bijeen te roepen.
De heer Van den Wijngaard heeft aangedrongen op
het maken van strengere bepalingen omtrent het tewerkstellen
van Bredasche arbeiders bij uitbestede werken. Een bepaling
omtrent het indienstnemen van 90 a 100% Bredasche werk
lieden komt evenwel reeds nu in alle bestekken voor. Het
ligt in de bedoeling een dergelijke bepaling ook in de bestek
ken der z.g. Werkfonds-werken opgenomen te krijgen; dit is
trouwens in ons eigen belang.
Wethouder KROONE kan, na hetgeen er door den Voor
zitter en de beide andere Wethouders gezegd is, kort zijn.
Het College heeft meermalen nagegaan, wat er op het
gebied van werkverschaffing en werkverruiming gedaan zou
kunnen worden. Men kan er van overtuigd zijn, dat het het
College genoegen zou doen, als er nieuwe werkobjecten wer
den aangebracht. Zoo het eenigszins mogelijk is, zullen zij
worden uitgevoerd. Er is ten deze bij Burgemeester en Wet
houders geen tekortkoming te constateeren. Wat Amsterdam
betreft, zou Spr. willen zeggen: Dat kan de hoofdstad des
lands alleen doen; het spreekt vanzelf, dat zij op dit gebied
meer kan verzetten dan kleinere steden. Niettegenstaande dit
feit, is reeds aangetoond, dat Breda in verhouding tot Amster
dam geen slecht figuur slaat.
Op de vraag van den heer M e ij v i s naar het resultaat
van de actie der Commissie „Meer werk voor de bouwvak-