30 NOVEMBER 1937. 461 gemaakt, omdat nog andere instanties dan het College van Burgemeester en Wethouders daarin zeggenschap hebben. Hij weet heel goed, dat in de gemeentelijke bestekken altijd een bepaling omtrent de tewerkstelling van Bredasche ar beiders wordt opgenomen. Aan de houding van het Gemeen tebestuur in deze twijfelt hij dan ook niet. Nu het College van Burgemeester en Weihouders heeft te kennen gegeven, gaarne nader op de hoogte gebracht te worden van de bepalingen van het Collectief Arbeidscontract met betrekking tot de uitvoering van werken voor de Ge meente, wil Spr. daaromtrent het volgende mededeelen. Er zijn twee zoodanige contracten, namelijk Contract I en Con tract II. Contract I bestaat al jaren en werd door de Gemeente tot Januari van dit jaar loyaal toegepast; de naleving liet niets te wenschen over. In Januari 1937 is Contract II tot stand gekomen; dit was speciaal bedoeld voor wegenbouw, spoorweg-werken enz. Dit contract nu is, voor wat de loonen betreft, toegepast geworden op werken, welke niet daaronder vielen. Spr. hoopt, dat deze kwestie binnen korten tijd op gelost zal worden door duidelijk te omschrijven, welke werken onder Contract I vallen en welke onder Contract II. De heer KOOIJMAN zou, nu door den heer de Jong hier het ziekenhuisverplegings- en het doktersfonds ter spra ke zijn gebracht, willen wijzen op het hier bestaande R.K. Dokters- en Ziekenhuisverplegingsfonds, waarvan het doei is den menschen zooveel mogelijk den gang naar het Bur gerlijk Armbestuur te besparen en zich zelf te helpen. Onder de verzekerden zijn ongetwijfeld een groot aantal personen, voor wie anders de Gemeente de kosten van geneeskundige behandeling en ziekenhuisverpleging zou moeten betalen. Het doktersfonds werkt reeds geruimen tijd; de tarieven zijn betrekkelijk laag. Het ziekenhuisverplegingsfonds zal mei ingang van 1 Januari a.s. beginnen te werken. Van den heer de Jong heeft Spr. vernomen, dat in andere gemeenten naast een zeker bedrag aan premies een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1937 | | pagina 461