30 NOVEMBER 1937. 467 bezien, doch gezien den gang van zaken, den kolenprijs en andere omstandigheden, staat Spr. niet optimistisch tegen over de zaak. Den heer Mabelis wil Spr. de verzekering geven, dat het niet zijn bedoeling is geweest, de Reinigingscommissie in een belachelijk daglicht te stellen. De zaak is inderdaad zoo, dat die Commissie Burgemeester en Wethouders moet bijstaan in hun beheer. Nu heeft Spr. toevallig in de afgeloopeu maanden niet zooveel behoefte gehad aan den bijstand van die Commissie, wèl aan die van andere commissies, vandaar dat er van hem niet het initiatief is uitgegaan tot het bijeen roepen der Reinigingscommissie. Voelen de leden echter behoefte aan het houden van meer vergaderingen, dan zal hij aan dien wensch gevolg geven. Wethouder KROONE wil nog iets zeggen over het zieken- huisverplegingsfonds. Spr. zegt te voren, dat men daaruit niet de conclusie moet trekken, dat hij dat fonds minder gunstig gezind is. De zaak staat nog in de kinderschoenen. Dat het de Gemeente veel geld zal kosten, is wel zeker. Immers, het ziekenhuisverplegingsfonds geeft maar garantie voor een ver pleging van zes weken; de langere duur der verpleging blijft voor rekening der Gemeente. Daarbij komt, dat, als er meer zieken komen, men van de zijde van het fonds al gauw komt met strengere bepalingen. Lijders aan chronische ziekten vallen geheel buiten de regeling; dezen komen dus eveneens ten laste van de Gemeente. De heer de Jong spreekt zelfs van sanatorium-verpleging. De premie daarvoor zal veel hoo- ger moeten zijn, aangezien men veel menschen krijgt, die daarvoor in aanmerking komen. Dit zal de Gemeente dus veel geld kosten. Op grond van een en ander gelooft Spr., dat het doel heel sympathiek is, maar dat men zich moet losmaken van het idee, dat de Gemeente er voordeel van zou hebben. Niettemin zal Spr. de zaak ernstig in studie nemen. Zelf een centraal ziekenhuisverplegingsfonds oprich ten, biedt onder de huidige omstandigheden zeker geen voordeel.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1937 | | pagina 467