[f 470 30 NOVEMBER 1937. De heer KOOiJMAN herinnert er aan, dat hij eenigen tijd geleden den Wethouder een bloem op de jas heeft gestoken omdat deze zich een goed koopman had betoond. Spr. hoopt, dat die bloem daar zal kunnen blijven. Hij zal nog wat geduld oefenen en hoopt, dat het antwoord op zijn voorstel dan gunstiger zal zijn. Zonder verdere bedenkingen wordt daarop de begrooting van het Electriciteitsbedrijf goedge keurd en vastgesteld. G r o n d b e d r ij f. Zonder eenige bedenking wordt deze begroo ting goedgekeurd en vastgesteld. Gasbedrijf. De heer KOOIJMAN wil even naar voren brengen, dat uit de begrooting datgene blijkt, wat hij altijd heeft beweerd, namelijk dat het 9 cents-tarief en het muntmetertarief de grootste klappen krijgen. Bij een becijfering is hem gebleken, dat het 9 cents-tarief gemiddeld per verbruiker aanmerkelijk is teruggeloopen. Het verschil in 1935 en 1936 bedraagt 28 M3. per jaar per verbruiker; omgeslagen over het aantal verbruikers over 1936 beteekent dit een aanzienlijk mindere winst; een bedrag van f 11.000,is minder ontvangen. Bij het muntmetertarief is het verschil aanmerkelijk grooter. In 1934 was het gemiddeld verbruik 278 M3., in 1936 224 M3. en voor 1938 wordt het geraamd op 194 M3. Dit zijn reus achtige klappen, welke een aanzienlijk bedrag uitmaken. Wil men een winstgevend bedrijf houden, dan moet het vastrecht- verbruik op peil worden gehouden. Daarom moet er zoo veel mogelijk reclame worden gemaakt voor het vastrecht- verbruik. Het is derhalve gewenscht, dat het bedrijf de be schikking verkrijgt over acquisiteurs om de menschen tot het gebruik van vastrecht te brengen, zoo noodig met een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1937 | | pagina 470