30 NOVEMBER 1937. i 471 premie erbij. Spr. gelooft, dat men op die manier het ver bruik aanmerkelijk kan opvoeren. Wethouder VAN DER WERF zegt, dat zijn cijfers er eenigszins anders uitzien dan die van den heer K o o ij m a n. Spr. heeft over 1935 een gemiddeld verbruik over den ge wonen meter van 436 M3. en over 1936 van 404 M3. Dit beteekent een achteruitgang van 32 M3. Het gemiddelde muntgas- en het vastrechtverbruik daalden van 260 tot 231 M3. en van 1143 M3. tot 1135 M3. Inderdaad is het vastrechtverbruik een zaak, waaraan aan dacht besteed moet worden, maar men boekt daardoor niet allemaal winst. Aan het maken van reclame wordt de noodige aandacht besteed. Bij het Gasbedrijf is reeds een acquisiteur. Zonder verdere opmerkingen wordt de begroo ting van het Gasbedrijf goedgekeurd en vastge steld. Waterleidingbedrijf. De heer BROOS zegt het volgende: Mijnheer de Voorzitter. Naar aanleiding van het verzoek in het Centraal Rapport om, evenals voor het licht- en gasverbruik, ook hier maan delijks het bedrag voor het verbruikte water, alsmede 1 /3 van den kwartaalprijs van de meterhuur te innen, zeggen Burgemeester en Wethouders, dat inwilliging van dit ver zoek door hen ernstig wordt overwogen, hoewel het zeer goed mogelijk is, dat de administratieve wijzigingen, die daar voor noodig zijn, te veel kosten met zich zullen medebrengen Mijnheer de Voorzitter. Gaarne had ik gezien, dat Burge meester en Wethouders achter hun eerste uitlating, luidende: „inwilliging" van dit verzoek wordt door ons ernstig over wogen", een punt hadden geplaatst, dan had ik mij nu hier

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1937 | | pagina 471