11 FEBRUARI 1937. 47 bestaat van prijsopdrijving, het geval met den drukker V e r m ij s in plossing 1929 aangehaald. Wanneer de heer Verin ijs inschrijft voor e Fede- een, naar het oordeel van de Federatie, te lagen prijs en lnj t finan- beweert dan, toch met winst te kunnen werken, dan zegt 1 is niet Spr., dat V e r m ij s óf zelf moet meewerken óf dat hij geen jeweest. zaken kent. Spr. voor zich houdt zich liever aan de meening e-advies van deskundigen. Het prijsverschil, waarop de heer Van Buitenen doelt, berust op dumping. Het kan evenwel geen 10 a 12 duizend svraagd, gulden per jaar bedragen. Dit is niet alleen Spr.'s meening, n d e r doch ook die van den Rayonbeheerder. oorden: Door de leverantie van het gemeente-drukwerk uitsluitend rukkers- aan georganiseerde drukkers op te dragen, zal de Gemeente zich niet in de vingers snijden. De drukkers kunnen de prij- f, welke zen van het drukwerk niet opdrijven, aangezien daarvoor 36 heeft tarieven zijn vastgesteld. De prijsafspraken, waarover de heer nu een- Van Buitenen heeft gesproken, zijn gemaakt om de ■ederatie concurrentie van den drukker Van der Linden het tarieven hoofd te kunnen bieden; dit is dus het tegendeel van prijs- niseerde opdrijven. n er op Spr. geeft toe, dat de tariefsregeling ingewikkeld is. Het irijft nu Gemeentebestuur kan echter te allen tijde elders inlichtingen ver be- daarover verkrijgen, b.v. bij afdeelingen van de Federatie in dat hij andere gemeenten of bij het Rijks-Inkoopbureau. Dat de tarieven zoozeer verschillen, vindt zijn oorzaak in de onder- V a n scheidene papiersoorten, arbeidsloonen enz., doch dat ver- ;r Van schil kan onmogelijk groot zijn. n B u i - 1 Over de werking der distributie-regeling had men inlich- le Raad tingen kunnen inwinnen in andere gemeenten, o.a. in Eind- 1heeft hoven, waar men zeer enthousiast is daarover. 9 mede- Flet argument van werkverruiming gaat in deze niet op; at Van de ongeorganiseerde drukkers werken in den regel zonder was. personeel. En als zij personeel in dienst hebben, wie contro- College leert dan of zij zich houden aan de 48-urtge werkweek? Spr. heeft niets tegen aanhouding van deze aangelegenheid aorbeeld tot een volgende vergadering. Mocht men daartoe besluiten,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1937 | | pagina 47