IM 486 2 DECEMBER 1937. De VOORZITTER zegt ook hierin verbetering toe. De post wordt daarop ongewijzigd goedgekeurd en vastgesteld. Hoofdstuk IV. (Volksgezondheid). De heer COHEN houdt de volgende rede: Mijnheer de Voorzitter. Het antwoord, door Burgemeester en Wethouders gegeven, betreffende een lager tarief voor het badhuis, in te voeren voor speciale dagen, kan mij niet bevredigen. Burgemeester en Wethouders zeggen: De tarieven zijn reeds laag. Dit kan men verschillend beoordeelen. De vraag is echter: Zijn de tarieven van dien aard, dat er voldoende gebruik van kan worden gemaakt? Ik moet zulks betwijfelen, mede gezien de tarieven en 'ervaringen in andere plaatsen. Burgemeester en Wethouders verwijzen naar de resultaten van het laag tarief, dat reeds geldt vooai de werkloozen, maar ook dat is m.i. geen maatstaf. Het gaat juist om de men- schen, die niet behooren tot de werkloozen of bedeelden. Ik heb hier vóór mij eenige tarieven uit andere plaatsen, waaruit blijkt, dat deze voordeeliger zijn dan de Bredasche. Amsterdam heft voor een stortbad met handdoek en zeep op Maandag, Dinsdag en Woensdag 10 cent, overige dagen 15 cent. Utrecht: sproeibad, groote cel, van Maandag t/m Donder dag 10 cent (10 baden 80 cent); kleine cel op dezelfde dagen 6 cent (10 baden 50 cent); Vrijdag en Zaterdag 9 cent (10 baden 70 cent). Heerlen (Stichting Volksbad): stortbad met handdoek en zeep I2Y2 cent (10 baden: f 1, Maastricht: stortbad met handdoek en zeep 15 cent (10 baden f 1,25), zonder handdoek en zeep 10 cent.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1937 | | pagina 486