2 DECEMBER 1937. 495 De heer HEER vindt het opvallend, dat het aantal bezoe kers der volksbadplaats op de kostelooze dagen zoo is terug- geloopen, n.l. van 23.507 in 1936 tot 14.176 in 1937, terwijl toch niet kan worden gezegd, dat de liefhebberij voor het zwemmen in het algemeen is teruggeloopen. De weersom standigheden van 1937 verschilden ook niet veel van 1936. Bovendien was er dit jaar nog één kostelooze dag méér. Hebben Burgemeester en Wethouders eenig vermoeden, wat van dien teruggang de oorzaak is? Kan het mogelijk zijn, dat het toenemende zwemmen op ongecontroleerde plaatsen hier invloed doet gelden? Op de 51 dagen voor betalenden kwamen er dit jaar 3435 zwemmen; dat beteekent nog geen 70 zwemmers per dag, ondanks het feit, dat dit aantal sinds verleden jaar verdub beld is. Het beteekent ook een inkomst per dag van ongeveer f 2,De vraag ligt voor de hand, of uit deze geringe bate de kosten voor controle wel kunnen worden gedekt. Spr. hoopt dat Burgemeester en Wethouders thans het nuttelooze van deze niet-kostelooze dagen zullen inzien en in 't vervolg de inrichting weer geheel gratis zullen openstellen. Wethouder KROONE was het ook reeds opgevallen, dat de kosten van controle hooger zijn dan de opbrengst van de entreegelden, zoodat het inderdaad overweging verdient, de entréeheffing weer af te schaffen. Aangezien de zaak op dit oogenblik echter niet urgent is, stelt Spr. voor, deze in het komende voorjaar nogmaals onder het oog te zien. Wethouder VAN MIERLO vestigt er de aandacht op, dat de heffing van drie cent entrée niet is ingesteld door dc Gemeente om daaruit een voordeeltje te behalen, doch om te voorkomen, dat dc inrichting dagelijks door massa's kin deren zou worden overbelast, waardoor de serieuze zwem mers en volwassenen hinder zouden ondervinden. a ts. De heer HEER betoogt, dat uitbreiding van het aantal

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1937 | | pagina 495