\M
498
2 DECEMBER 1937.
Vooruit" ingestelde enquête geleerd, dat, van de 5 geraad
pleegde organisaties, er drie waren voor verplaatsing en twee
voor afschaffing der kermis. Spr. is ook zeer voor vervroe
ging naar b.v. einde September. De tegenwoordige kermis-
viering, in de derde week van October, ligt te dicht bij den
St. Nicolaastijd, waardoor neringdoenden als bakkers en
slagers nadeelen ondervinden.
Wethouder VAN MIERLO zegt, dat cle kermisviering op
den derden Zondag in October te Breda een traditie is ge
worden. De ervaring heeft reeds geleerd, dat men aan tra
dities niet moet gaan tornen, omdat dit bijna altijd nadeel
beteekent. Spr. is geen enkel deugdelijk argument bekend,
dat vervroeging van de kermis tot in September rechtvaardigt.
Bovendien verzoekt de Vereeniging van Kermisvakgenooten,
den toestand te laten, zooals hij is, en voert daarvoor sterke
argumenten aan. Breda moet zeer voorzichtig zijn, want er
zijn mogelijk andere grootere kermissen in September, die
de opbrengst van het standplaatsengeld ongunstig kunnen
beïnvloeden. Thans heeft Breda het niet geringe voordeel
de laatste groote kermis van het seizoen te hebben. De ex
ploitanten vinden hierin aanleiding hun inrichting alhier te
doen overwinteren; dit gaat gepaard met opknappen en ver
beteren der inrichtingen, waardoor een belangrijk bedrag
aan loonen enz. in de stad wordt verwerkt.
Spr. vraagt, of degenen, die thans adviseeren de kermis te
vervroegen, bereid zijn, de financieele nadeelen daarvan te
dragen. Het is ten slotte niet de vraag, of een andere kermis
tijd voor een enkele kleine bevolkingsgroep voordeden heeft,
maar wel of October voor de gemeente Breda nadeelen heeft.
Aangezien dit eerste niet is gebleken en het tweede als zeer
waarschijnlijk moet worden aangenomen, is Spr. voor het
behoud van de kermis in October.
De VOORZITTER verklaart, dat een zeer geloofwaardig
kermis-exploitant eener groote inrichting hem onlangs heeft
