11 FEBRUARI 1937. 49
De VOORZITTER: De heer Kr o one wil dus den leden
van den Raad en het College van Burgemeester en Wet
houders de gelegenheid geven inlichtingen in te winnen
bij de Federatie, ten einde een volgende maal tot een be
slissing te kunnen komen.
Spr. zou alleen willen opmerken, dat het in beginsel zeer
gewenscht is, dat men het werk geeft aan een patroon, die
aangesloten is bij een organisatie. Men dient echter in aan
merking te nemen, dat de arbeidsovereenkomst van de druk
kersorganisatie wel een stuk ordening is, maar dan toch een
éénzijdige ordening, namelijk van werkgevers en werknemers,
die beiden belanghebbende zijn bij de prijzen; de derde
factor, de consument, ontbreekt bij deze ordening; hij is
in de vaststelling der prijzen niet gekend. Door een 'en
ander ontstaat het gevaar, dat, al zou men tegen 'lager prij
zen kunnen werken, men toch hooger zal inschrijven, wat
niet in het belang van den afnemer is.
De heer EIEER komt hiertegen op; men mag immers niet
afwijken van de eenmaal vastgestelde tarieven.
De VOORZITTER: Als men daarvan niet mag afwijken,
hoe komt het dan, dat de inschrijvingen van georganiseerden
soms zooveel van elkander verschillen?
De heer HEER antwoordt, dat hij dit zooeven reeds heeft
uitgelegd; het komt voor, dat georganiseerde patroons lager
inschrijven dan de tarieven aangeven; hun wordt dan boete
ppgelegd. De Federatie kan echter onder bijzondere om
standigheden ook toestemming geven om van de tarieven
af tc wijken. In gewone gevallen kan het prijsverschil slechts
miniem zijn.
Alsnu wordt besloten, de verdere behandeling
van deze aangelegenheid tot een volgende ver
gadering aan te houden.