J\A
508 2 DECEMBER 1937.
ramingen voor brandstoffen niet moeten worden verhoogd.
Burgemeester en Wethouders hebben hierop geantwoord,
dat dit niet noodig was, aangezien de geraamde totaal-be
dragen een stijging in den kolenprijs van 15% no& konden
opvangen. Volgens de begrooting voor de lichtbedrijven is
echter de kolenprijs 50% hooger dan in "toet voorgaande
jaar. Spr. kan zich niet begrijpen, dat een bedrag van f '650,
voldoende zou zijn voor 1938, als voor hetzelfde doel in 1936
reeds f 604,is uitgegeven. Een nauwkeurige raming van
deze cijfers is zoowel voor de Gemeente als voor de besturen
der bijzondere scholen van het hoogste belang, aangezien,
sinds de laatste wijziging van de Lager Onderwijswet 1920,
de Gemeente, zoodra zij boven dit bedrag uitgaat, aan de
schoolbesturen ook dit surplus zal moeten betalen, doch al
leen in het geval, dat deze ook inderdaad hoogere kosten
hebben gemaakt. Is het voor^de Gemeente dus voordeehg,
de raming zoio laag mogelijk te stellen, aan den anderen kant
moet de Raad toch ook rekening houden met de werkelijk
heid.
De werkelijkheid *is, dat een bedrag van f 650,als ge
noemd, veel te laag is. Ook de vaststelling van de kosten per
leerling op f 8,15 beteekent een laagterecord. Spr. wil hierop
nog eens speciaal de aandacht vestigen, omdat de vaststelling
van dit cijfer geschiedt voor een periode van 5 jaar. Niet
alleen geldt het opgemerkte voor het lager onderwijs, in
gelijke wijze is dat het geval voor de U.L.O.scholen. Daar
wordt een bedrag per leerling becijferd van ruim f 14,
terwijl daarvoor vroeger werd uitgekeerd f 24,Het is
Spr. niet bekend, welke groote bezuinigingen tot het ver
krijgen van dit cijfer hebben medegewerkt. Aangezien Spr.
echter overtuigd is van de loyale houding van het College
van Burgemeester en Wethouders tegenover de schoolbestu
ren, zal hij thans deze cijfers niet verder aanvechten en geen
voorstel tot wijziging daarvan doen.
Wethouder VAN MIERLO merkt op, dat ditmaal de vast-