UIA
\J
510
2 DECEMBER 1937.
bezwaren geopperd en thansgaat er een circulaire van
den Vicaris-Generaal van het Bisdom Breda, Mgr. van
Oe rs, naar de ouders, waarin gezegd wordt: „in onze
scholen zijn veel kinderen, voor wie het zeer gewenscht zou
zijn, dat ze tijdens de lange morgenschooltijden (dus niet
thuis) de gelegenheid kregen, melk te drinken".
Ik betreur het alleen, dat hier weer plannen uitgevoerd
worden, die de totstandkoming van een algemeene regeling
bemoeilijken. En zeker acht ik het niet juist, dat de Inspec
teur van het Lager Onderwijs in de Inspectie Breda, deze
actie mede op touw zet, zonder eerst behoorlijk met Bur
gemeester en Wethouders over een algemeene regeling over
legd te hebben.
Het College wil nu het verslag van de Commissie voor de
Bijzondere Scholen afwachten.
Ik ben het daarmede niet eens.
De opzet is daar immers, de kinderen 2015105 cent
en niets te laten betalen en de ouders vrij te laten in het
kiezen van de groep, waarbij zij ingedeeld willen worden.
Wat ik wil is: twee categorieën, te weten één a 10 cent
en één gratis voor kinderen van werkloozen en onvermo
gende ouders. Bovendien bepalen we dan zelf, bij welke
categorie de ouders ingedeeld worden.
Dat is heel iets anders dan de regeling op de bijzondere
scholen, zoodat het rapport van die scholen hiervoor geen
beteekenis heeft.
Om nog eens op Rotterdam terug te komen, Er is hier
in den Raad verschil van meening geweest over de kosten,
die de melkverstrekking daar met zich zou brengen. Ik heb
niet nagelaten, daarnaar nadere inlichtingen in te winnen,
en daarbij las ik in het prae-advies, door Burgemeester en
Wethouders van Rotterdam aan den Raad uitgebracht, dat
van belangstellende zijde een tegemoetkoming werd verkre
gen van f 5.000,zoodat de kosten inderdaad kwamen op
f 8.250,—.
Intusschen is Rotterdam, niettegenstaande de tegenwerking'