2 DECEMBER 1937.
511
van Gedeputeerde Staten, met de melkverstrekking begon
nen, zij het dan ook op eenigszins andere wijze.
Volgens de becijfering van Burgemeester en Wethouders
van Breda zouden de kosten komen op ongeveer 11 cent
per week. In Rotterdam wordt 4 X per week t/4 Liter melk
verstrekt voor 10 cent per kind; voor het 2e kind uit het
zelfde gezin moet 6 cent, voor het 3e kind 4 cent worden
betaald, meer dan 3 kinderen uit hetzelfde gezin gratis. Ook
kinderen van onvermogenden en werkloozen behoeven niet
te betalen.
De kosten worden in dit systeem hoofdzakelijk gedekt door
de van de ouders ontvangen bijdragen; het resteerende tekort
wordt aangevuld uit daartoe van belangstellende zijde be
schikbaar gestelde gelden.
Men ziet, de kosten behoeven niet zoo hoog te zijn. Boven
dien zal er toch ook hier van belangstellende zijde wel iets
bijeengebracht kunnen worden.
Ik heb hier nog een circulaire van het Zuivelbureau te
's-Gravenhage; weliswaar van November 1936, doch ik ge
loof niet, dat de cijfers zooveel veranderd zullen zijn.
Voor de verstrekking van melk op de scholen kan de
„industrie- of zuivelwaarde-prijs" berekend worden. Deze
begrootte men op circa 5 cent per Liter; de Rijkstoeslag
op circa 2,4 cent per Liter, de prijs van 1 Liter melk kan dus
worden geraamd op 2,6 cent.
Deze melk is dan natuurlijk nog onverpakt en de verpak
king brengt nog heel wat kosten met zich.
Maar, dat de melkverstrekking aan schoolkinderen niet zoo
duur behoeft te zijn als Burgemeester en Wethouders ver
onderstellen, is nu toch wel duidelijk. Bovendien men plege
eens overleg met den Directeur van den Geneeskundigen
Dienst over de mogelijkheid, de melk op de meest hygiëni
sche wijze onverpakt aan de kinderen te verstrekken.
Mijnheer de Voorzitter, ik ben van meening, dat melkver
strekking aan de schoolkinderen alhier wel degelijk mogelijk
is, ook van financieele zijde bezien. Ik stel dan ook voor, dat