518
2 DECEMBER 1937.
voldoende bekend, dat elk jaar een zeer aardige uitvoering
op verschillende punten in d-e stad wordt gegeven. Dit k
in werkelijkheid een attractie voor de vreemdelingen, idet
uitgetrokken bedrag is alleen bestemd om de deelnemende
kinderen na afloop een versnapering te geven en voor een
kleine tegemoetkoming aan de medewerkende muziekgezel
schappen.
De heer KOOIJMAN acht het niet juist, overal het vreem
delingenverkeer bij te pas te brengen. De bedoeling is hier,
den zang populair te maken. Spr. meent, dalt dit doel niet
wordt bereikt.
Wethouder VAN MIERLO is van meening, dat Breda den
Volkszangdag niet gaarne zou zien afgeschaft. Bovendien is
het daarvoor noodige bedrag toch maar klein.
De heer KOOIJMAN vindt integendeel een bedrag van
f 480,alleen voor versnaperingen, nogal belangrijk. Ove
rigens is Spr. er niet op tegen, dat de kinderen zingen.
De heer MABELIS zou opheffing van den Volkszangdag
ook zeer betreuren. De wekenlange oefeningen in het zingen
zijn voor den volkszang stellig van beteekenis. Bovendien
behoort de Volkszangdag bij het Bredasche leven. Als er
ten deze iets zou moeten veranderen, dan zou Spr. willen
voorstellen, méér volkszangdagen in te voeren; de zang
resultaten zouden dan ook grooter zijn.
Zonder verdere bedenking wordt de post daar.
op goedgekeurd en vastgesteld.
vergadering tot des