522 2 DECEMBER 1937.
een bedrag van f 4.077,vinden vermeld en waaronder dan
nog een post administratiekosten is begrepen.
Op onze begrooting voor 1938 in een post ondersteuning
aan behoeftigen uitgetrokken van f 280.325,terwijl aan
salarissen en administratiekosten f 22.280,zal worden be
taald.
De huidige situatie is zoo, om: met de woorden van het
College te spreken in haar antwoord op het Centraal Rap
port, datde kosten van de burgerlijke armenverzor
ging in haar geheelen omvang zeer zware eischen aan de
gemeentekas stellen.
Wij zeggen het zoo, dat de kosten aan ondersteuning van
deze verreweg meeste crisisslachtoffers, deze begrooting be-
heerschen.
En sociaal èn financieel is de z.g. armenzorg of het maat
schappelijk hulpbetoon zoo'n belangrijk deel van het geheele
gemeentelijke beleid geworden, dat het daarvan niet meer los
kan worden gezien, dat het daarvan los zou staan in dien
zin, dat een bestuur, onafhankelijk van het gemeentebestuur
in volle zelfstandigheid het beleid zou kunnen bepalen.
Het gaat niet enkel meer om geldelijken onderstand in en-
geren zin. Er teekent zich af een ontwikkeling van de vroe
gere armenzorg in de richting van een gedifferentieerd maat
schappelijk hulpbetoon, dat een breed terrein van sociale
zorg bestrijkt. Daarbij komt men in een groot aantal gevallen
een heel eind buiten den kring van hen, die naar het spraak
gebruik als „armen" plegen te worden betiteld. Wij denken
in dit verband aan de ziekenhuisverpleging, waarvoor de
normen en bijbetalingen geheel bij afzonderlijke verordening
zijn geregeld door den Raad, terwijl dit toch ten nauwste
de geneeskundige armenverzorging, waarover art. 33 van de
Armenwet handelt, raakt. De bemoeiingen van het B.A. gaan
niet verder dan het samenstellen van de vereischte rapporten,
welke dan aan de gemeentelijke verordening worden getoetst.
De werkverschaffing, die naar art. 29 van de Armenwet
ook onder de armenzorg zou vallen, is daaraan reeds sedert
lang onttrokken.